De eerste dag van de 7-daagse Verwarmende verhalen

Mijn 7-daagse reis naar binnen, via metaforische verhalen, sprookjes, mythen en sagen. Het zijn de verhalen uit ons verre verleden, van de wijze vrouwen, de oermoeders die we zo missen in deze huidige tijd. Het zijn de verhalen die een lichtje ophouden om onze weg naar huis terug te vinden.

Het eerste verhaal: Zeehondenhuid, zielehuid’ van Clarissa Pinkola Estés uit ‘De Ontembare Vrouw als archetype in mythen en verhalen’

Als we bestolen zijn van onze zielehuid en op zoek zijn naar het terugvinden ervan, blijft de fase van het bestolen worden zich herhalen. Je raakt als het ware verstrikt in de teugels. Je krijgt geen leiding meer.

We hebben wijsheid nodig om het pad naar onze wilde ziel terug te vinden, maar als deze wijsheid ontbreekt, blijven we slachtoffer van een onvoltooide inwijding.

Als wij in de onvoltooiing blijven, kunnen we onze wonden niet verzorgen. Ze blijven elke keer opnieuw opengaan, soms met een harde ruk worden we weer geraakt in de oude pijn…. We worden zo koud, we verteren in de radeloosheid….

Sprookjes, mythen en sagen dragen de oude wijsheid in zich

Met de wijsheid uit deze oude verhalen kunnen we onze weg terug naar binnen weer vinden. Ze nemen ons mee naar ons onderbewustzijn, naar kennis die reeds in ons zit, naar onze ruimdenkende fantasiewereld, waar alles mogelijk is, het grootse dromen, het ‘wat als het mogelijk zou zijn’ gevoel.

Hier worden woorden gegeven aan de pijn die we zelf ook voelen, we herkennen ons in de personages, zij die ons tonen welke stappen gezet kunnen worden. Het zijn in mijn beleving echt zeer rijke en volle verhalen boordevol wijsheid zitten die we vooral nu in deze tijd nodig hebben.

Dansend zijn we de weg kwijt geraakt

We komen allemaal dansend op de wereld.

We beginnen altijd met onze pels (onze zielenhuid intact en compleet) aan onze reis in dit leven. Iedereen raakt op zijn of haar eigen manier deze huid kwijt. Het gaat erom om deze huid opnieuw te vinden. We kunnen dit ook allemaal zelf. We voelen het in de onderstroom in ons, in de diepe wateren die altijd voelbaar zijn, maar zo weinig gehoord.

We hebben niet geleerd om naar deze fluisterende onderstroom te luisteren of hoe er naar terug te keren.

Het onbevangen kind in ons

Het onbevangen kind in onze jeugd liep nog te dwarrelen, zag de magie in het zoeken en het vinden van natuurschatten. We hebben eikeltjes en besjes verzameld, hutten gebouwd, onze fantasie rijkelijk uitgeleefd.
We bezaten een tomeloze energie waar altijd wel een spel te bedenken was.
We dwaalden door de velden en vonden ons in van alles.
We droomden groot en voelden dat we de sterren van de hemel konden plukken.
We trokken ons van niemand wat aan, we zongen onze liederen zonder ons af te vragen of het zuiver was.
We oefenden iets net zolang totdat we het konden, zoals fietsen, schaatsen en klimmen, maar ook torens bouwen, puzzelen en knutselen.
We werden aangemoedigd het steeds opnieuw te gaan proberen.

Opgeven was geen optie……

De dualiteit aan de oppervlakte van de wateren

Totdat het er opeens wel toe doet, het gemeten worden aan anderen, de verschillen gaan ontdekken. We kijken naar onszelf en vragen ons af waarom de een beter is als ons, wat een ander zo mooi kan en wij niet. Er borrelt jaloezie, we worden gestraft om iets wat we niet kunnen, we worden gewezen op onze fouten.

Complimentjes ontvangen omdat we gewoon het leven voluit leven en experimenteren wordt afgedaan als roekeloos gedrag….. En zo groeien we kleiner, we luisteren meer en meer naar de (in onze beleving) wijze grotere mensen om ons heen en eigenlijk stagneren we in onze groei. We laten ons stagneren in onze groei. We hebben geen voorbeelden om het anders te gaan doen.

Degenen die het doen, de waaghalzen krijgen vele oordelen over zich heen geworpen, iets wat wij willen vermijden. We zijn kuddedieren en willen ons veilig voelen. Het pubergedrag in ons heeft sommigen losgerukt van vaste kaders en een vastgebonden opvoeding.

Als het niet zichtbaar was deden we het wel stiekem, de heimelijke rebelse daden om het leven verder te ontdekken, op zoek…. Naar wat eigenlijk?

De denkbeeldige veiligheid

We denken en verlangen dat we veilig zijn in het gezin, in onze familie. Wat als het daar ook niet veilig is en je vooral boodschappen mee krijgt die je ‘niet goed genoeg’ laten voelen? Waar je gestraft wordt en nauwelijks of niet beloond, waar je alleen gewezen wordt op wat er ontbreekt en niet op je potentiële krachten?

Dan is werkelijk groeien een hele moeilijke taak. Dan ben je zo op zoek naar goed genoeg zijn, dat je altijd maar in dienst bent van de ander, omdat je ziet dat anderen dat ook doen. Het wordt je voorgeleefd. Zij pruttelen en klagen ook, het zal bij de levensstijl horen…
Je wordt omhuld met de gekleurde glazen van een ander.

Het maakt je hart harder, je voelt steeds minder, of je voelt juist van alles en kunt het met niemand delen. Het is zo verschillend bij iedereen.

Zo ervaart ieder de opvoeding in een gezin ook anders, wat betekent dat we nooit voor een ander kunnen uitspreken of iets erger, minder of aanstellerig is. We kunnen gewoonweg niet invullen wat een ander bij iets zou dienen te voelen.

Hiermee is het dus juist ook belangrijk dat je zelf ontrafelt wat er werkelijk bij je speelt. Je eigen gevoelens niet meer wegrationaliseert, verstopt, niet erkend, niet wilt horen, omdat de wereld dat om je heen juist ook al doet. Het is niet de juiste weg.

Niemand anders dan wij zelf weten wat er werkelijk in ons borrelt.

Je eigen weg gaan zoeken

Af en toe is het echter fijn om de gekleurde glazen eens af te zetten. Een andere kijk te gaan proberen, vrij van oordelen te zijn over nieuwe wegen die bewandelt kunnen worden. Proeven aan nieuwe smaken, horen van nieuwe liederen, het opsnuiven van nieuwe landschappen.

Zie deze nieuwe weg als een berg die je kunt beklimmen, een slingerend bospad inslaan zonder dat je weet wat je eindbestemming is.

Zoals in sprookjes het donker altijd staat voor pijn, en de held de oplossing en bevrijding vindt om een eigen niet erkende kwaliteit te gaan aanboren, zo zit ook ons eigen leven in elkaar.

In sprookjes wordt er ook vaak verdwaalt, geraken we van het pad, gaan we met de verkeerde persoon mee.

Ons eigen thuis – onze habitat

Dieren hebben hun eigen habitat, hun holletje nodig. We weten dat als dieren hun eigen habitat verliezen het rampzaligste is wat een in vrijheid levend schepsel kan overkomen. Zelfs in dierentuinen word het voor hun aangelegd.

Wij mensen hebben onze habitat ook verloren.

We verlangen naar rust en kalmte, naar een plek om even los van alles te zijn. We zoeken het in een vakantie, waarbij we echter vaak stressvoller terugkomen dan dat we erheen gingen. Of het gevoel van ontspanning is als sneeuw voor de zon verdwenen als we weer thuis komen in ons dagelijkse ritme.
Voor onze ziel is een vakantie geheel niet te vergelijken met een habitat wat staat voor ons toevluchtsoord.

We verlangen naar kalmte, even alleen zijn. Het is dan ook niet te vergelijken met het gevoel van eenzaamheid. Eenzaamheid is het gemis van een thuis, het warme nest, waar je je geborgen en gehoord voelt, waar alles mag zijn.

Juist daar kun je alleen zijn.

De verhalen laten je je moed weer aanraken, je vind er wilskracht om je eigen nestje weer te gaan bouwen, om je verloren huid weer aan je lijf te gaan rijgen. Verhalen zijn werkelijk helende zalven voor onze ziel.

Voor mijn gevoel zijn we wel uitgeleerd in de belerende lessen en het wijzen op wat we allemaal juist niet goed hebben gedaan, de misstappen en verkeerde keuzes die met kracht nog eens in onze huid worden gewreven. Het dient echt niemand om dit te blijven doen.

Onze eigen noodzaak gaan vinden

Het is noodzaak om nu tijd te nemen voor zachtheid en koesterende warmte van het haardvuur, waar we mogen spinnen, cocoonen en nieuw zaad mogen laten ontspruiten.
Hier is geen strijd en hier is geen tijd.
We nemen de tijd tot ons.

We maken mest van onze zieleroezen, daarmee voeden we nieuw gevonden gronden waarop we ons zaad zullen strooien, in onze tijd, in ons seizoen. Wij weten dat het zal uitgroeien tot ontelbare vruchtbare bossen.

We vragen alleen even tijd om de verhalen tot ons te nemen….

Film 1 : intro

Film 2: het verhaal Zeehondenhuid, zielehuid (17.17 min)

Clarissa Pinkola Estés schrijft in haar boek de Ontembare Vrouw hoe we met ons allen onze zielehuid hebben verloren. Dit gebeurt ons allemaal. Voor het herstel hiervan hebben we wijze vrouwen (en mannen) nodig om deze beschadigingen weer te herstellen. Echter missen we deze wijsheid in onze familiekringen en directe omgeving en blijven we hangen in onze verwondingen.

Echter zijn de oude sprookjes, mythen en sagen, verhalen boordevol archetypische aanduidingen voor ons een leidraad, een soort van lichtje, om de weg terug te vinden naar het herstel van onze zielehuid.

Als je je zielehuid weer aan het helen bent bewandel je het pad naar de kracht van authentiek zijn in mijn beleving totdat je thuis bent in je eigen huis, je eigen huid.

In het eerste verhaal van Clarissa ‘ Zeehondenhuid, zielehuid’ is het meest duidelijk wat er gebeurd als je uit je eigen zielskern wordt gehaald en jezelf, je eigen identiteit, kwijtraakt door de behoeften van het ego, vertegenwoordigt door de man in dit verhaal, gaat vervullen.

Dit is in het dagelijkse leven ook zo: meer gefocust zijn op de behoeften van een ander, ieder ander, dan wat jij eigenlijk nodig hebt. Het kan op een gegeven moment zo je reserves leegzuigen (als een melkkoe) waardoor we onze tijd laten stelen.

Ons lichaam reageert op noodkreten van iemand anders, alsof de uiers van de koe al melk gaan geven. Maar neem de tijd, maak tijd, als het geen zaak van leven of dood is, om je bronzen BH aan te trekken:

 

Clarissa: Wees geen melkkoe meer. Zorg dat je op huis aangaat.

 

Clarissa schrijft ook zo mooi hoe we onze huid in een verwoestende en verkeerde liefde kunnen verliezen, maar juist ook in een innige en goed liefde. Het is niet zozeer de goedheid of slechtheid van een persoon of ding die ertoe leidt dat onze zielehuid gestolen wordt, het is de prijs die we ervoor moeten betalen. Het is wat het ons kost aan tijd, energie, waarneming, aandacht, wachten, motiveren, instrueren, onderwijzen, oefenen.

Dit noemen we ook het opnemen van geld van onze psychische spaarrekening.

Het gaat niet om de energie-opnamen zelf, want deze vormen een belangrijk onderdeel van het geven en nemen van het leven. Maar het is het negatieve saldo dat het verlies van de huid en het verbleken en verflauwen van je scherpste instincten veroorzaakt. Het is het gebrek aan nieuwe stortingen van energie, kennis, erkenning, ideeën en opwinding dat je het gevoel geeft dat je psychisch wegkwijnen.

We hebben echter, vooral in deze tijd, behoefte aan onze eigen habitat, de plek waar we helemaal onszelf mogen zijn, met al onze verwondingen en deze werkelijk gaan zalven met heling door ze hier te omarmen. Zoals in het verhaal het afdalen naar de diepte van de zee terugkeren staat voor het afdalen in je essentie, je werkelijke behoeften en deze weer gaan voeden. Het vult je energieschaal.

 

Zoals Clarissa het prachtig omschrijft: De vereniging van tegengestelden tussen het ego en de ziel brengt iets van eeuwige waarde voort: het geestelijk kind.

Waar het ego op hetzelfde moment ruw inbreuk maakt op de subtielere aspecten van de psyche, vind een wederzijdse bevruchting plaats. Door het stelen van de bescherming van de ziel en haar vermogen om naar believen onder water te verdwijnen, werkt het ego, paradoxaal genoeg, mee aan het voortbrengen van een kind dat kan bogen op een tweeledige erfenis, de wereld en de ziel, een kind dat in staat zal zijn berichten en geschenken tussen de twee heen en weer te brengen.

In sommige van de prachtigste verhalen, zoals het Gealische ‘Belle en het beest’ en het mexicaanse ‘Bruja Milagra’ begint het terugvinden van de weg naar de juiste psychische orde met het voeden of verzorgen van een eenzame en/of gewonde vrouw, man of beest. Het kind wat hier uit geboren kan worden is als een klein nieuw leven, een vlammetje dat onder onvolmaakte, moeilijke of zelfs onmenselijke omstandigheden voorspoedig groeit.

Het kind dwingt ons tot handelen

Het kind is een deel van onze mediale natuur die ons dwingt te handelen, want het kan de roep horen wanneer deze komt. Het is het kind dat ontwaakt, opstaat, het huis verlaat, de door de wind geteisterde nacht in gaat en naar de woeste zee loopt en roept ‘ ik zal een manier vinden om door te gaan’ of ‘ik zal hier doorheen komen’. Het is het kind dat de zeehondenhuid terugbrengt naar zijn moeder. Het is het kind dat haar in staat stelt terug te keren naar huis.

Dit kind is de geestelijke kracht die ons aanspoort ons belangrijke werk te vervolgen, weerstand te bieden , ons leven te veranderen, de gemeenschap te verbeteren, ons aandeel te leveren bij het in evenwicht brengen van de wereld… allemaal door terug te keren naar huis.

Het huwelijk

Als je aan deze dingen deel wilt nemen, moet het moeilijke huwelijk tussen ego en ziel tot stand worden gebracht worden, moet het geestelijk kind tot leven gewekt worden. Terugvinden en terugkeren zijn het doel van ons streven.

Het zal altijd op tijdstippen gebeuren die we niet verwachten. Het kan een lied zijn, een film, een ontmoeting met een vreemde… waar je kind ontwaakt en op zoek naar je huid gaat en naar huis terug kunt keren.

Opvoeden van het kind

In dit verhaal vertelt met zeehondemeisje verhalen aan haar kind over wat er onder water leeft en groeit. Ze onderwijst met haar verhalen en vormt zo het kind dat geboren is uit haar verbintenis met het ego. De ziel bereidt dit wilde kind van de psyche voor op iets heel belangrijks.

Het verschrompelen van de huid staat ook voor het vernauwen van de wereld om ons heen. Het bevat ideen, creativiteit, het leven zelf. Het kunnen essentiële elementen in onze directe omgeving zijn, zoals het gezin of het werk.

 

De roep van de oude horen

 

Het is een grote gave van de immense levenskracht van onze psyche dat er in het diepe onderbewustzijn iemand is die ons roept, een oude die naar de oppervlakte van ons bewustzijn stijgt en ons onophoudelijk begint terug te roepen naar onze ware natuur.

Het is een wezenlijk kenmerk van de wilde psyche dat als we niet zelf in beweging komen, als we geen aandacht besteden aan onze eigen seizoenen en het ogenblik waarop we terug zouden moeten keren, de oude ons zal komen halen, roepend en roepend tot iets in ons reageert.

 

Het is het signaal dat alles ‘te’ wordt – in negatieve of positieve zin.

Te afgemat zijn, te hevig bemind, te weinig bemind, te zwaar belast, te licht belast zijn… elk eist zijn tol. Een confrontatie met ‘te veel’ laat ons hart vermoeien en doet onze krachten afnemen.

De oude zeehond komt ‘s nachts naar boven en het strompelt ‘s nachts rond. In dit verhaal en vele andere, zien we dat de hoofdpersoon een verbluffende waarheid ontdekt of een kostbare schat hervindt terwijl hij in het duister rondloopt.

 

Niets doet het licht, het wonder, de schat zo goed uitkomen als de duisternis.

Het staat symbool voor het duister van onze ziel en ze dragen de boodschap; ‘Wees niet bang voor het ‘niet weten’.

Dit element van sprookjes en mythen spoort ons aan gehoor te geven aan de roep, zelfs als we geen idee hebben waarheen, in welke richting, of hoe lang we moeten gaan. Het enige wat we weten is, zoals in elk verhaal, iets dienen te doen, naar de roep gaan luisteren. De geur opsnuiven van de huid geeft het gevoel van ‘het is goed’ mee en vervult ons van vertrouwen om door te gaan.

We hebben de tijd nodig

Naar huis gaan kost niet persé geld. Het kost tijd. Er is een grote vastberadenheid voor nodig om te zeggen ‘ ik ga naar huis’ en dat dan ook te menen.

Alledaagse dingen brengen je thuis. Stukken tekst lezen, gedichten die je ooit geroerd hebben, bij een riviertje zitten, een wandeling in het bos, op de grond liggen en kijken hoe het licht gefilterd wordt door de bladeren, autorijden, breien, iets doppen, zomaar ergens heen gaan en dan weer terugkeren…. Er is zoveel wat je thuis brengt…

Naar huis gaan is geen zware reis over land, maar het zal ook niet simpel zijn. Want naar huis gaan, of dit nu gemakkelijk of moeilijk is, het wekt veel weerstand.

 

Wat ons sterkt is te weten dat we alleen nog maar reageren op kreten die ons de mogelijkheid geven regelmatig naar huis te keren. Niet meer reageren op noodkreten van hen die ons leegzuigen, onze uiers leegdrinken.

We mogen leren ‘stop’ en ‘staak die heisa’ te zeggen en dit ook menen.

Het is beter om te begrenzen, ook al is er irritatie om ons heen, dan te blijven en achteruit te gaan en ten slotte als een wrak weg te kruipen.

We hebben in te zien waar we onszelf verliezen in de tijd dat we even naar huis gaan. Het werkelijk voelen. De kruispunten herkennen, markeren en gaan eren.

 

Het regelmatig naar huis gaan maakt je sterker.

Wat thuis is voor iemand is voor een ieder verschillend. Het is daar waar je wilde natuur vrij mag zijn, in een combinatie van gezond verstand en zielsbewustzijn, waar je instinct scherp en helder is. Je kunt er van weggaan, maar ook de weg altijd terugvinden.

Wanner iemand zijn/haar eigen waarheid spreekt, haar intentie en gevoel in vlam zet en nauw verbonden blijft met de instinctieve natuur, word er gezongen, word er geleefd in de wilde ademstroom van de ziel.

Het geestelijk kind leeft het leven gewoon, probeert de betovering niet te rekken. In plaats van weerstand te voelen of op te zien tegen het gekozen werk, zetten we ons er met gemak aan; actief, vol nieuwe ideeën, en nieuwsgierig naar wat er komen zal. Wie naar huis is teruggekeerd heeft is vervuld met levenszin en levenslust.

 

Het is de kracht van Authentiek zijn…..

Bewaren